1. Wanneer ben je begonnen met het dragen van make-up?
Ik ben begonnen met make-up dragen in 2011 ongeveer. Ik denk dat ik rond de 11 jaar was, natuurlijk gebruikte ik toen niet zoveel make-up, en was het ook echt niet altijd mooi. Ik ben begonnen met make-up dragen door een vriendin van mij, zij was eigenlijk veel meer met make-up bezig dan mij en ze heeft mij dus geïnspireerd om ook met make-up te beginnen. Ik begon gewoon met een mascara die eigenlijk helemaal geen volume gaf aan mijn wimpers. Later vond ik ook oogschaduw uit, nou je kunt je het misschien alwel voorstellen.. 'felle kleuren' het zag er niet uit, maarja.. Rond groep 8 begon ik wel serieus met make-up om te gaan, en interesseerde het me ook. Ik gebruikte goeie mascara's, afentoe een beetje poeder & oogpotlood. In de eerste klas van de middelbare kwam ik gewoon niet meer de deur uit zonder make-up. En nu ik in de tweede zit al helemaal niet meer.
2. Hoe voel je je zonder make-up?
Minder comfortabel. En moe, heel erg moe. Ookal voel ik me misschien opgewekt, als ik in de spiegel kijk zie ik toch kleine oogjes, lichte kringetjes onder m'n ogen, en een huid die een beetje grauw is. Zo zien andere me waarschijnlijk niet, maar zo zie ik me in de spiegel wel. Make-up geeft gewoon net een stukje meer zelfvertrouwen.
3. Wat vind je leuk aan make-up?
In eerste instantie is make-up geweldig om je er wat mooier uit te laten zien. Het is bizar hoe een beetje eyeliner of mascara zoveel met je kan doen. Je kan je gezicht een zoveel frissere uitstraling geven. Mocht je je eens wat minder top voelen, kan je jezelf er altijd nog top uit laten zien doormiddel van make-up. Dan heb je aan de andere kant ook nog de creatieve kant van make-up. Ik weet niet waarom maar de laatste tijd doe ik niet zoveel meet met oogschaduw. Maar er zijn natuurlijk genoeg mensen die uitgebreide mooie ooglooks kunnen maken doormiddel van oogschaduw. Je kan zoveel met make-up en onder andere kan je er ook je creativiteit in kwijt.
4. Wat zijn je drie 'holy grail' items?
Foundation op 1. Sinds dat ik goeie matte foundation gebruik zijn niet alleen m'n pukkeltjes minder zichtbaar maar ook is m'n make-up er anders uit gaan zien. Met deze foundation zie ik er ook gelijk een stuk natuurlijker uit. Op nummer 2 staat toch echt wel een mascara. Mascara opent je blik, en je ziet er meteen niet meer zo moe uit. Ik zelf vind de mascara van 'L'oreal paris' heel erg fijn de 'telescopic false lash' mascara, deze brengt heel veel volume in je wimpers en er komen ook geen klontjes in. En op nummer 4.staat denk ik toch wel een oogpotlood. Ik vind dat ik er zonder oogpotlood heel moe uitzie, en door een goeie oogpotlood niet. Ik breng m'n oogpotlood altijd op m'n waterrand aan.
Dit waren de vragen, nu ben ik natuurlijk hartstikke benieuwd waarom jullie make-up dragen en waarom jullie het nou eigenlijk zo leuk vinden.
Nepnagels. Behalve dat ik ze vaak toch niet zo mooi vind, blijven ze ook nooit goed zitten bij mij. Nou heb ik nooit hele dure nepnagels gebruikt, dus daar kan het ook aan liggen. Toch is het vaak zo dat één nagel na een dag weer aan het los laten is. Daarnaast is het ook vaak zo dat ze vast blijven zitten in m'n haar, als ik met m'n hand door mijn haar ga. Ik hou het gewoon bij m'n normale nagels met nagellak, want dat is ook stevig, maar blijft een stuk langer zitten. 
Je begint met het fijnstampen van de digestive koekjes. Dit kun je doen met een keukenmachine, maar het kan ook met een lepel. Je doet de koekjes in een zakje en dan druk je ze vervolgens met een lepel plat. 
Je mengsel moet eigenlijk nog iets fijner worden dan dit. Je moet ervoor zorgen dat het fijne kruimels worden, dan heb je het minste kans dat de bodem uit elkaar valt als je de taart gaat snijden.
Vervolgens smelt je de 100 gram ongezouten boter in de magnetron of in een pan. Wanneer dit helemaal gesmolten is roer je het koekmengsel er door heen. Het moet niet zacht zijn, maar wel aan elkaar plakken door de boter.
Nadat je de springvorm hebt bekleed met bakpapier doe je het koekmengsel erin. Je drukt het goed aan met een lepel of een ander voorwerp en zorgt dat het een egale laag wordt. Nu zet je de springvorm even in de koelkast zodat het steviger word.
Hierna ga je de slagroom fijn kloppen. Je kunt beginnen met een garde en eindigen met een mixer, of gewoon meteen beginnen met een mixer. Bij het stijf kloppen van de slagroom moet je opletten dat je de slagroom niet te stijf maakt. Het moet gewoon voelen en eruit zien als een kant en klare slagroom. Wanneer je het te stijf of te hard maakt kan het niet meer terug.
